Woonwagenbewoners

Wie zijn woonwagen- bewoners?

Krijg je voor het eerst een woonwagenbewoner over de vloer? Dan is het als hulpverlener handig te weten wie je voor je hebt. We maken je wegwijs.

Drie subgroepen woonwagenbewoners: Roms, Manoesjen, Voyageurs

Het grote publiek ziet alle woonwagenbewoners als één homogene groep. Maar onderling onderscheiden ze wie tot welke deelgroep behoort. In Vlaanderen en Brussel zijn namelijk drie groepen woonwagenbewoners aanwezig: de Manoesjen (een honderdtal gezinnen), de Voyageurs (zo’n 5.000 tot 10.000 mensen) en de Roms (ongeveer driehonderd gezinnen). Je bent een Voyageur, een Manoesj of een Rom.

De Voyageurs zijn eigenlijk een autochtone groep, die de nomadische cultuur heeft overgenomen wegens economische redenen. Ze stammen af van gezinnen die in de 19de en 20ste eeuw aan de kost kwamen door een trekkend bestaan. Ze hielpen bij de oogst en deden andere seizoensarbeid, of ze leurden deur aan deur met kleien huishoudwaren. Veel Voyageurs zijn vandaag nog steeds actief als zelfstandige handelaars. Maar het rondtrekken om aan de kost te komen, is voor de meesten onder hen niet meer rendabel. Voyageurs spreken Nederlands, maar gebruiken ook nog woorden uit het Bargoens, een eigen dialect. (J. 32)

In Vlaanderen en Brussel verblijven sinds de 15de eeuw verschillende Manoesjfamilies, meestal in woonwagens. Ze trekken niet echt meer rond. Allemaal hebben ze de Belgische nationaliteit. De meesten onder hen verkiezen een woonwagen boven een huis. Volgens verschillende bronnen zijn de Manoesjen oorspronkelijk afkomstig uit India, ergens bij de grens met het huidige Pakistan. Ze hebben zich vanuit India doorheen de geschiedenis verspreid over andere continenten, waaronder ook West-Europa. Manoesjen (of Sinti) spreken een verduitste versie van het Romanes: het Manoesj. Nog steeds geven de Manoesjen in Vlaanderen die taal aan hun kinderen door. Hun tweede taal is de taal van de omgeving: het Frans of het Nederlands. (J. 33)

Het overgrote deel van de Roms is oorspronkelijk afkomstig uit het noorden van India. In Europa wonen de meeste Roms in de Balkan, in Centraal- en Oost-Europa. Sinds de afschaffing van de slavernij in Roemenië, op het einde van de 19de eeuw, zijn heel wat Roms naar West-Europa gekomen. Sindsdien verblijven er ook Roms in Vlaanderen en Brussel. Bijna alle Roms in ons land zijn familie van elkaar. Ze hebben de Belgische of de Franse nationaliteit en verkiezen een woonwagen boven een huis. Roms spreken Romanes. Frans is hun tweede taal, maar de jongere generatie, die in Vlaanderen schoolloopt, spreekt Nederlands. (J. 34)

Boekentip

Een leven lang opgejaagd

De plek van woonwagenbewoners in Vlaanderen

Kim Janssens

Weg met vooroordelen rond woonwagenbewoners

Wie zijn de woonwagenbewoners in Vlaanderen en Brussel?
Wat is het verschil tussen Manoesj, Voyageur en Rom?
Hoe kan een duurzaam beleid onze samenleving ten goede komen?

Doorheen de voorbije eeuwenzijn woonwagenbewoners constant opgejaagd, en behandeld vanuit wantrouwen en onbegrip. Omdat ze geen veilige haltes vinden, blijven ze bovendien ook vandaag nog gedwongen om rond te trekken. Maar steeds minder (of zelfs niet) investerenin een relatie met kleinere gemeenschappen maakt het nog moeilijker voor hen om uit hun precaire positie te geraken. Met meer confrontaties en conflicten tot gevolg.

Op basis van een unieke praktijkexpertise en getuigenissen van woonwagenbewoners zelf, maakt dit boek komaf met de stereotypen rond een diverse bevolkingsgroep. Een leven lang opgejaagd gaat in tekst en beeld in op de diversiteit onder groepen van woonwagenbewoners, maar ook op hun unieke geschiedenis, en op hoe de vaak precaire situaties waarin woonwagenbewoners moeten leven, aangepakt kunnen worden.

Dit boek onderzoekt de mechanismen van uitsluiting en stelt een concrete visie voor op basis van wederzijds respect en voortdurende dialoog. Een leven lang opgejaagd legt de meerwaarde bloot die een beter begrip van een verborgen leefcultuur voor de hele samenleving kan opleveren.