Beleid

Evolutie woonwagen-
werk en beleid

Korte situatieschets van het ontstaan van het welzijnswerk voor woonwagenbewoners

Bron: “Woonwagenwerk in Vlaanderen”. Eindverhandeling van Sam Van den Abeele. Katholieke Universiteit Leuven, faculteit Letteren, departement Geschiedenis. 1994-1995.

Ontstaan "Foorwerk - L'oeuvre foraine" in 1868 door de kapucijnerorde

Enkele religieuzen namen initiatief om “goede werken” te verrichten bij woonwagenbewoners. Men richtte zich toen op alle rondtrekkenden (ook foorreizgers en schippers). Maar stilaan ontstond er een afzonderlijke afdeling voor ‘marskramers’ omdat deze toch een andere problematiek hadden dan de beroepsmatige reizigers.

Er werden in het land verschillende comités opgericht die aan dit soort apostelaatswerk deden. Men was vooral getroffen door de armoedige leefomstandigheden van de woonwagenbewoners in de kleine, oncomfortabele woonwagens. Ook was het gebrek aan religie een aandachtspunt voor deze comités. Het apostolaatswerk werd dus in eerste instantie toeleiding naar de katholieke godsdienst. Er werden vieringen voor woonwagenbewoners georganiseerd (misvieringen, huwelijken, doopsels, …).

Via een paternalistisch werkend comité van voornamelijk welgestelde dames werd er gewaakt over het morele welzijn van de woonwagenbewoners. Er werd via giften ook aan financiële ondersteuning gedaan. Deze giften waren vaak de voornaamste reden waarom woonwagenbewoners naar de kerk kwamen.

Vanaf 1940 werden “Hoogdagen” voor woonwagenbewoners georganiseerd. Dit waren activiteiten die niet enkel een religieuze doelstelling hadden, maar dit waren ook ontspannende activiteiten. Dit was een welgekomen afleiding voor de woonwagenbewoners tijdens de oorlogsjaren.

In 1948 werden de “Hoogdagen” stopgezet omdat er systematisch minder belangstelling was vanuit de woonwagenbewoners. Meer gemeenten verzetten zich ook steeds meer tegen deze bijeenkomsten. En stillaan groeide het wantrouwen onder de woonwagenbewoners tegenover alles wat met het apostolaat te maken had. Er was namelijk een internaat opgericht door de priester De Baere om woonwagenkinderen in op te vangen en naar school te sturen. Vaak werden deze kinderen verplicht geplaatst door de rechter. De verontwaardiging bij de woonwagenbewoners was groot. Priester De Baere werd vijand nummer één van de woonwagenbewoners.

Na WOII ontstond de welvaartstaat

De naoorlogse welvaartstaat bracht ook veel administratie en nieuwe problemen met zich mee. Onwetendheid en analfabetisme zorgden ervoor dat veel behoeftigen door de mazen van het sociale vangnet vielen. Ook de woonwagenbewoners. De paters begonnen zich ook meer te ontfermen over problemen die te maken hadden met de militieplicht en sociale zekerheid. Caritas Catholica zette zich o.m. in om de materiële situatie van de woonwagenbewoners te verbeteren. Ze deelden voedsel, kleding en kolen uit. Ook was er toen voor woonwagenbewoners nog geen gecentraliseerde belangenvertegenwoordiging, zoals de wel al bestond voor de foorreizigers.

Het bisdom had meer oog voor de problematiek van de woonwagenbewoners en benoemde pater Delarue in 1963 officieel als aalmoezenier van de woonwagenbewoners. Hij werkte vanuit het Oost-Vlaamse Oostkamp. Daar richtte hij in 1971 de vzw “Zwaluwnest” op. Het was een tehuis voor woonwagenkinderen en een sociaal secretariaat. In het tehuis werden kinderen door de rechter geplaatst (tehuis stopte in 1985). Het secretariaat bood sociaal-administratieve ondersteuning aan woonwagenbewoners. Sinds 1969 werd de vzw erkend door het ministerie van Cultuur als vormingswerk aan volwassenen. Ook het tehuis was erkend door het ministerie van Justitie. Door overheidssubsidies kon een maatschappelijk werker in dienst worden genomen.

Woonwagenwerk in Limburg

In Limburg trekt Maria Frederix, een verpleegster bij het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn, zich het lot van woonwagenbewoners aan. Door haar inspanningen beslist het NWK om vanaf 1952 in elke provincie minstens één verpleegster in te zetten voor rondtrekkenden. Maria zette zich vooral in op het vlak van de standplaatsenproblematiek.

Woonwagenwerk in Antwerpen

In 1970 sluiten Leon en Eliza Tambour, een koppel vrijwilligers, zich aan bij “De Grijze Kat”. Er komen ook heel wat Rom-kinderen naar de activiteiten van deze werking. Leon en Eliza worden geconfronteerd met de situatie van Rom-families. In 1973 richten zij “Keree Amende vzw” op, een werking die sociale begeleiding biedt aan Roms en Manoesjen, voornamelijk uit de Antwerpse regio. Daarnaast organiseren ze een referentieadres voor rondtrekkenden omdat de nomadenkaart afgeschaft werd en woonwagenbewoners een vaste domicilie nodig hebben. In de woonkamer van Leon en Eliza worden de mensen ontvangen en wordt hun correspondentie opgevolgd, de administratie bijgehouden en gezorgd voor aansluiting bij een ziekenfonds.

In de jaren 70 van de vorige eeuw trad het probleem van standplaatsen steeds meer op. Deze problematiek werd dan ook opgenomen door de vzw “Bond Zonder Naam”. De sociale organisatie richtte de eerste residentiële woonwagenterreinen op.

Ontstaan koepelorganisatie Vlaams overleg woonwagenwerk

In 1977 werden alle losse initiatieven met betrekking tot woonwagenwerk gebundeld in het Vlaams Overleg Woonwagenwerk (VOW). Deze bouwde verschillende regionale weringen uit en namen steeds meer professionelen in dienst. Toch waren de aalmoezeniers nog nauw betrokken, want zij zetelden in de raad van het bestuur van het VOW.

Het werkgebied van VOW was:

  • De strijd voor meer standplaatsen voor woonwagens
  • Emancipatie van de doelgroep door toeleiding naar onderwijs
  • Verbetering van de gezondheidszorg door aansluiting bij ziekenfondsen en sociaaladministratieve ondersteuning
  • Sensibilisering en documentatie (positieve beeldvorming)
  • Belangenbehartiging van woonwagenbewoners bij lokale, regionale en nationale overheden

Etnisch cultureel minderhedenbeleid in Vlaanderen

In 2000 erkende de Vlaamse minister voor integratie, Mieke Vogels, de woonwagenbewoners als Vlaamse etnisch culturele minderheid. Hiermee maakten ze deel uit van de doelgroepen die specifieke aandacht kregen in het etnisch-culturele minderhedenbeleid. Een gevolg hiervan was dat de regionale werkingen die eerder uitgebouwd waren door het VOW opgenomen werden in de reguliere werkingen van de regionale minderhedencentra (later integratiecentra). De specifieke aandacht voor deze doelgroep sneeuwde al snel onder in deze grote organisaties.

In 2019 besliste de Vlaamse overheid uiteindelijk om de doelgroep van woonwagenbewoners geheel uit het integratiedecreet te halen. Hiermee verdwenen ook alle vormen van Vlaamse overheidssubsidies voor exclusieve woonwagenwerkingen, waaronder die van het toenmalige Minderhedenforum (nu LEVL). Woonwagenbewoners moeten zich voor hun belangenbehartiging of hun hulpvragen vanaf nu richten tot de reguliere (hulpverlenings)diensten.

Links naar interessante materialen rond de evolutie rond woonwagenwerk en beleid

Bargoens
Deze thesis van Elke Schoepen (pdf-bestand) schept een beeld van de culturele achtergrond van Voyageurs en zijn taal (Bargoens) via een etymologische reconstructie.
Download
Verkennend onderzoek bij Voyageurs
Lees in dit artikel (pdf-bestand) meer over een verkennend onderzoek bij Voyageurs van Lieselotte Frederickx.
Download
"Uit welke reden is het dat wij verjacht worden?"
Lees in dit pdf-bestand over de vervolging van de zigeuners in België in de eerste helft van de twintigste eeuw.
Download
Onbekend, onbemind
In deze masterthesis van Nathalie De Mol (pdf-bestand) lees je meer over de beeldvorming van zigeuners in België in de 19de en 20ste eeuw.
Download